Elly en Rikkert

Sonnetten

Zwarte gaten

19-04-2019

De tijd beweegt en kromt zich rond een gat,
zwart als de nacht. Of je de hel ziet branden,
waar niets ontsnapt. Het zweet staat in je handen
en alles breekt: een ster, een kerk, een stad.

Vernietiging, verwoesting, hemelvuur,
de afstand van miljoenen keer een lichtjaar.
De afgrond van het niets. God is onzichtbaar
en zelf ben je een speling der natuur.

Daar gaat je zelfgebouwde kathedraal,
de torenspits, verbinding met het hoge.
Een zwartgeblakerd gat, een bliksemstraal.

Je raakt verblind, de rook prikt in je ogen.
Oneindigheid. Je hersens zijn te klein.
Je zou voorgoed onbrandbaar willen zijn.