(Geschreven t.b.v. de hulpactie 555 voor India en Nepal)
Wees welkom in ons mooie warme land.
Hier kon je gister nog de bloesemgeuren ruiken,
nu hakken wij de takken van de struiken:
wie sterft, wordt nog dezelfde dag verbrand.
De geuren van bederf, de stank van rook,
de smaak van bitter afscheid zonder woorden
van hen die ons in liefde toebehoorden.
De dader is een sluw, onzichtbaar spook.
Wij zijn er nog, maar doods en doodsbenauwd,
de lucht is zwaar. Het einde lijkt nabij,
ons bed is oud en hard als aanmaakhout.
Wees welkom als de bloesem zich ontvouwt,
maar nu: breng ons op adem, maak ons vrij.
Als u ons vindt, hier. Achter in de rij.