Elly en Rikkert

Sonnetten

Pulp

25-01-2019

Vandaag heb ik een nieuw begrip gehoord:
op internet vervagen alle grenzen
en wat het meest gedeeld wordt door de mensen
heet ‘pulpnieuws’. Wat een alleraardigst woord!

Is dit het voedsel waar de mens om vraagt?
Verzinsels pronken in de openbaarheid,
de leugen is weer sneller dan de waarheid,
de scheidslijn tussen kunst en kitsch vervaagt.

Ze zijn druk bezig onzin rond te strooien
vanuit hun zelfgebouwde bubbelschulp.
Je moet geen parels voor de zwijnen gooien,

die willen geen gezonde voedselhulp,
zij zijn het liefst met eikels aan het klooien.
Ik hoor hun magen knorren: ‘Geef ons pulp!’

Elfstedentocht

18-01-2019

Wanneer ons volk zijn samenhang verliest,
in kleine stukjes dreigt uiteen te vallen,
verlangen wij in stilte met z’n allen
naar strenge vorst. Iets dat ons samenvriest.

Och, dat een krachtig koufront ons bezocht,
dan trokken wij, de schaatsmuts op de oren,
van Leeuwarden naar Sloten en Stavoren
en Dokkum. Geef ons een Elfstedentocht!

Dan waren we voor één dag eensgezind
trotseerden dapper winterweer en wind,
als een sportief en samenhangend team.

Alleen maar feest! Van Sneek tot Bartlehiem
zat niemand meer te klagen of te jennen
en nergens een blokkeerfries te bekennen.

 

In de berm

12-01-2019

O, land van korte lontjes en verwijt,
van oordeel, eigendunk en beter weten,
ik ben er nog! Al bent u mij vergeten,
ooit kende men mijn naam: barmhartigheid.

Ik ben als vuilnis in de berm gesmeten,
verweerd, verworpen en vermaledijd
door dwazen die zich in hun vrije tijd
gedragen als professors en profeten.

O, land van haast en impulsiviteit,
van oorlogstaal op uw computerscherm,
wanneer u ooit gewond raakt in de strijd,

en wordt u weggeworpen in de berm,
zeg dan maar zacht mijn naam: barmhartigheid.
Misschien dat ik mij over u ontferm.

Een goed begin

05-01-2019

Een goed begin: er spoelt van alles aan,
de jutters op het eiland doen hun ronde.
Zij mogen houden wat er wordt gevonden,
van wat op zee verloren is gegaan.

Zo biedt het nieuwe jaar zich gratis aan,
het leven rolt zich aangenaam jouw kant op,
geluk en welvaart kabbelen het strand op.
Toch zou het ook heel anders kunnen gaan.

Heel anders dan je dacht, of had voorvoeld
en stukken minder dan je had bedoeld.
Want stel dat jij van boord gevallen bent

en waar je heendrijft is je onbekend:
je dobbert rond, verloren, onderkoeld.
Wie raapt jou op als je bent aangespoeld?

Een jaar voorbij

29-12-2018

Er hangen nog wat uitgezakte slingers,
wat licht verkleurde ballen bij elkaar
en langzaam glipt het grijs geworden jaar
welhaast onopgemerkt door onze vingers.

Een sproetje op de neus van het heelal,
meer zijn we niet. Een bosje elektroden.
En wie proberen om de tijd te doden,
ontdekken dat de tijd hen doden zal.

Een jaar voorbij, ons draadje op z’n dunst,
de dans naar morgen, bidden, zwijgen, praten
en danken voor de gratie en de gunst

van wat ons wacht, het liefhebben, het haten.
De eeuwenoude leerschool van de kunst
om wat je wilt omarmen, los te laten.

Vaasje

21-12-2018

Vanmorgen liep ik langs een etalage
waarin het spul voor Kerst lag uitgestald.
Wat zag ik daar? Getroffen hield ik halt:
er stond een prachtig, teer en kwetsbaar vaasje.

Het was wat onderhevig aan slijtage
en had wat kleine scheurtjes hier en daar,
maar zo doorleefd: een kostbaar exemplaar
en zonder grote schade of lekkage.

Komaan, bewoners van de lage landen,
omsluit dit kleinood met uw beide handen,
dit vaasje is ons nationaal geheim.

Dus doen we heel voorzichtig met z’n allen
en mocht het dan alsnog in stukken vallen,
koop dan een tube met Mark Rutte-lijm!

De vredesduif

15-12-2018

Vannacht had ik een wonderlijke droom:
ik was de vredesduif. Mijn vleugel bloedde.
Toch steeg ik op en zag een weldoorvoede
en blijde mensenmassa rond een boom,

die volgehangen met schijnheilig licht
en zoetebroodjes-lucht stond mooi te wezen.
Van boven af kon ik hun harten lezen,
sinds dat moment deed ik geen oog meer dicht.

Ik heb haast ieder jaar wel dit soort dromen
totdat het plastic feestje weer voorbij is,
dan ben ik weer aan Disneyland ontkomen

waar iedereen zo ongenaakbaar blij is.
Ik ben een treurig vogeltje. En toch:
zolang u mij ziet bloeden, leef ik nog.

Herbergier

07-12-2018

Ik heb een prachtig ambacht: herbergier.
Mijn taak is om de toko hier te runnen,
om wie op reis zijn onderdak te gunnen.
Gewoonlijk doe ik dat met veel plezier.

Mijn roem ontleen ik aan het kerstverhaal
met die bevalling in de dependance,
maar nu verandert heel de ambiance,
het aantal gasten wordt wel erg massaal.

Men maakt mij bang met allerlei prognoses:
er komen veel Maria’s aan en Jozefs.
Wie laat ik binnen, wie betaalt de tol?

Ja, ik besef tot in mijn diepste vezels:
de deur moet dicht, want zelfs de stal is vol
met ossen en met allerhande ezels.

Herfst in ons hoofd

30-11-2018

Het is weer herfst. Het stormt in onze hoofden.
Een windvlaag rammelt aan de achterdeur,
ons koudgeschrokken hart verschiet van kleur,
de rozentuin die wij onszelf beloofden

staat vol met distels. Doornen in ons oog
en flarden mist die langzaam binnendringen,
de roep van ganzen, dwaze vluchtelingen
langs regenwolken, traag en pijnlijk hoog.

Je was gerust, je leefde als de dromers
die warm en veilig sliepen, jaren jong,
waar gras nog groen was, waar de merel zong,

je woonde in onsterfelijke zomers,
totdat de kou je hersens binnendrong.
Sta op! En proef de regen op je tong.

Bevallen

23-11-2018

‘Bevalt het daar een beetje in de polder?’
‘Nou nee, niet echt. Het ziekenhuis is dicht.
Mijn lief, die hier gewoonlijk naast mij ligt,
slaapt in een veldbed, boven op de zolder.

Want stel dat we eens heerlijk zouden knallen,
zo’n mooie ongeremde vrijpartij,
dan was de liefde ook weer snel voorbij,
er is hier nergens plek om te bevallen.’

Dus, mannen, houdt u in en stort geen zaad!
Straks ligt uw pasgeboren kind op straat
of op de vrije markt van Lelystad.

En, vrouwen: maakt u ook uw borst maar nat.
Het lijkt wel of de polder zogezegd
al voor de tweede keer wordt drooggelegd.