Elly en Rikkert

Sonnetten

Winterdood

10-02-2017

Daar gaan ze langs mijn raam, geobsedeerd
door tijdgebrek, de opgejaagde zielen
vol ongeduld, de duivel op hun hielen,
de mensen die het wachten zijn verleerd.

Zij razen als bezeten langs mijn ruiten,
gedreven door een dodelijke haast,
vol bozigheid, verbeten en verdwaasd.
Dan kijk ik door een ander raam naar buiten.

Daar staan ze onbeweeglijk langs de sloot,
geknotte wilgen als gebalde vuisten;
hun takkenbos waar ooit de wind in ruiste,

gesnoeid, tekortgedaan en winterdood.
Toch hoor ik ze alleen geduldig zwijgen
en wachten op een tijd voor nieuwe twijgen.